Carry van Bruggens grote, meeslepende en indringende debuutroman uit het Joodse leven in het Nederland van het begin van de 20e eeuw, over de desintegratie van een orthodox-joods gezin na het overlijden van de moeder.
De verlatene in de mooie en ontroerende roman is de vader die het geloof niet kan loslaten en hierdoor vervreemd van zijn naar bevrijding uit het orthodox-joodse milieu snakkende kinderen en ze uiteindelijk verliest.
Carry van Bruggen (1881–1932) wordt beschouwd als een van de grote Nederlandse auteurs van haar tijd.