Met De meisjes van de katoenfabriek begint Susanna Alakoski aan een vierdelige romanreeks over het leven, werk en de verlangens van vrouwen in Finland en Zweden, die de hele twintigste eeuw omspant. Een verhaal over vrede en oorlog, waarin het dagelijks leven en de wereldpolitiek draden in hetzelfde weefsel zijn.
Hilda is niet alleen. Ze heeft haar kat Kisuli. Ze heeft Sanna-täti, die voor alles zorgt en die een eeuwigheid geleden is geboren, op de dag waarop het oude Vaasa tot de grond toe afbrandde. En ze heeft haar moeder, die niet goed bij haar hoofd is en staar heeft gekregen. Wanneer Hilda per ongeluk zwanger wordt, moet ze de veilige omgeving van de boerderij verlaten om te gaan werken. In de stad ontmoet ze de avontuurlijk ingestelde Helli, die Hilda meeneemt naar de katoenfabriek van rode baksteen waarvan de pijp hoger is dan Drievuldigheidskerk. Hier zullen ze werken, hier zullen ze wonen en leven. Hier zullen ze de meisjes van de katoenfabriek worden.
De meisjes van de katoenfabriek is het eerste deel van een romanserie over vriendschap en kwetsbaarheid, over de dorst naar kennis van een vrouw in een tijd waarin de periode waarin je leeft veel bepalender is voor je leven dan de keuzes die je maakt.