Het is tegen vijven als ze, moe van haar geheim en van gezelschap op weg naar huis besluit er even tussenuit te knijpen. Door de achteruitkijkspiegel verblindt het late namiddaglicht haar. Waarom beginnen mensen een gesprek vóórdat zij het er met zichzelf over gehad hebben, vraagt ze zich af, de dingen hebben een eigen volgorde.
Het leven van architecte Zwaantje Niemantsverdriet is een duwen en trekken aan werkelijkheid, — geteisterd worden en loslaten -, totdat deze past als een tweede huid. Ze koopt panden, houdt van actie en van bouwprojecten. Verveling is haar vreemd. Binnen— en buitenkant krijgt ze moeilijk bij elkaar in leven, wonen, werken, evenmin als in haar hartstochtelijke liefde voor trucker-filosoof Dirk Tonks of in de intense vriendschappen met haar vriendinnen. Er moet toch een wereld zijn tussen nabijheid en ruimte? Bestaat er zoiets als een midden tussen de uitersten?
Na een enerverend project koopt ze in haar hang naar rust een boerderij in de heuvels van Noord-Italië. In de rijkdom en stilte van buitenleven leert zij de hardheid kennen waarmee de natuur kan huishouden.
Mantel van wildernis is een onstuimige roman over de behoefte aan vertrouwdheid en bescherming naast het volgen van dromen en verlangen.