Janwillem van de Wetering (1931 - 2008) was een internationaal bekende misdaadauteur, die met het Amsterdamse politieduo Grijpstra & De Gier twee van de bekendste seriehelden uit de Nederlandse misdaadliteratuur schiep. In de periode 1950-1965 verbleef hij onder andere in Zuid-Afrika, Engeland, in een Zenklooster in Japan en in Australië. Vervolgens werkte hij tien jaar bij de Amsterdamse politie. In de jaren zeventig vestigde hij zich in de Verenigde Staten, aan de kust van Maine. Zijn eerste boeken De lege spiegel (1971) en Het dagende niets (1974) beschrijven zijn ervaringen in Zen-gemeenschappen in Japan en de VS. Grijpstra & De Gier traden voor het eerst op in Het lijk in de Haarlemmer Houttuinen (1975). In hetzelfde jaar verscheen het boek al in Amerika, in een door Van de Wetering zelf gemaakte vertaling. Tien jaar later verlieten beiden de politie: De Gier vestigde zich op een Amerikaans eilandje, Grijpstra werd privédetective. Daarmee leek de serie aan een eind gekomen te zijn, maar acht jaar later pakte Van de Wetering de draad weer op met Drijflijk (1993). Daarna beleefde het duo nog één nieuw avontuur in Een ventje van veertig. Van de Wetering schreef ook verhalen met in de hoofdrol de Japanse politieman Saito en een biografie van Robert van Gulik, sinoloog en auteur van de in het oude China spelende Rechter Tie-detectives. Van de Wetering overleed op 4 juli 2008 op 77-jarige leeftijd in Main, Verenigde Staten.